Op verzoek geschreven voor de Cultuurmonitor 2018 van de gemeente Haarlem.
Cultuur gemonitord
Wat wij al niet gezien hebben. Wie wij al niet geweest zijn met
open monden, trillende handen, bevende harten. Bevangen
door walging of schoonheid, nee, veel vaker door iets ertussenin.
Kwartjes die langzamer vallen dan het oor vangt, het oog vermoedt.
Pleisters willen wij. Doekjes voor het bloeden. Opschudding
van onze denkhoofden. Ongeveinsde verbazing. En lol, dat ook.
Hoe wij al niet leerden dat alles altijd ergens om draait. Al die
pogingen om het hier een beetje draaglijk te maken:
Met de zachte handen van harde heelmeesters schreef men ons
palliatieve liefdesbrieven en symfonieën. Sloeg ons om de oren met
pure pret van ret-te-ke-tet, oude jazz, blokfluitles. Kitsch. Quatsch.
Fantastische stapels stenen wonderen. Schuttersstukken.
Waar wij naar snakken is voorhanden in al die toonaarden
die de stad rijk is. In al die kleuren, smaken, passen, stijlen,
tussen neus en lippen, coulissen en schuifdeuren. Kijk, daar
denderen de scheppers al door de straten. Hé! Luister!
Schrijf bloemen omhoog om mijn val te breken. Teken een web
voor mijn gedachtenspin. Zing de kogel uit de kerk, schuim onder
mijn schedel, dans op je houten benen en sluip dan, in een
schitterende schijnbeweging, voor je eigen bestwil de cijfers in.