Hoog in de wind is een wiel de woning
van de ooievaar in gevederd jacquet
hij is van de vliegende vloot een koning.
Stijfjes schrijdt hij, met deftige tred
scharrelt hij een maaltje bij elkaar,
zijn rode snavel als machtig wapen.
Waakzame wachter voor het gevaar
in staat om staand op één been te slapen,
o zoooo moooooie oooooievaar,
woon hoog op je wiel en weer de bliksem
klepper je kinders bij elkaar en
waak over de tuin van Haarlem.
Laat me geloven dat je geluk brengt
pluk adders en kikkers uit het riet
en kindertjes uit het veenmoeras
hier, in dit Westelijk Tuinbouwgebied.