Plek moest er komen, plek werd gemaakt, 22 huizen
weggevaagd, bewoners verjaagd voor de grote ommezwaai
in elk gebouw woont een kind en een kraai
het pand van gemeenteontvanger Gerlings, van wie ik
eens een foto zag, de zaak van Bak, zijn thuis, alles week
voor het groot gemak van het nieuwe warenhuis
ook Grutterij De Erwtenzak, pakhuis van Wackwitz
niets werd gespaard, zelfs de Paardesteeg verdween
onder lagen dwars beton, mergel en gele baksteen
want bouwen is breken, is in een voorzichtige stad
je nek uitsteken, is stapelen, rekenen, tekenen, meten
en daarbij de schoonheid niet vergeten:
veel glas-in-lood in het hoogste huis van de stad dat
als Magazijn De Zon begon, esdoorn en mahonie
in de liften, op de trappen marmer van Napoleon
je kocht er een mantel in plaats van een jas, een kroket
in La Place of je kwam naar de daktuin voor het uitzicht en
– remember – in december voor een Sinterklaasgedicht
De Zon ging onder in beton, V&D werd Hudson's Bay
de Canadezen kwamen, openden een tweede keer
lang verduisterde ramen
op het dak nog steeds het baken – je kunt er niet
omheen, de opgeheven vinger: zorg goed voor
ons Haarlemse huis! Soms is geluk van steen.